Nederland schuldenland

 







De staatsschuld neemt sinds twee jaar af. Maar toch blijft Nederland een land van megaschulden. Vooral vanwege de hoge hypotheken.

"Als we publieke en private schuld bij elkaar optellen, dan zijn Nederland en Italië behoorlijk met elkaar vergelijkbaar." Aldus president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB), tijdens een optreden in het tv-programma Buitenhof. Is het werkelijk zo erg gesteld met ons land? Zijn wij Nederlanders vergelijkbaar met de Italianen, waarvan we toch doorgaans denken dat die hun financiële zaken minder goed op orde hebben?


Als we het kabinet moeten geloven dan staat ons land er geweldig voor. De economische groei bedroeg vorig jaar 3,2 procent. Dat was de hoogste groei sinds 2008, het jaar waarin de financiële crisis uitbrak. De staatsschuld daalde afgelopen jaar van 434 miljard naar 416 miljard euro.

De staatsschuld daalde ook al in 2016, maar voor het kabinet was vooral 2017 een jaar om met tevredenheid op terug te zien. Binnen de Europese Unie (EU) geldt namelijk de afspraak dat de staatsschuld nooit meer dan 60 procent mag bedragen van alles wat jaarlijks verdiend wordt, het zogeheten Bruto Binnenlands Product (BBP). De Nederlandse staatsschuld bedroeg vorig jaar 56,7 procent van het BBP en voldeed dus aan de EU-norm. Dat was voor het eerst sinds 2008. In de tussenliggende jaren kwam de staatsschuld steeds boven de 60 procent uit.

Maar toch. Een staatsschuld van 419 miljard euro. Dat is bijna 25.000 euro per Nederlander. Is dat niet erg veel? Niet in vergelijking met het door Knot genoemde Italië. Daar lag in 2017 de staatsschuld een stuk hoger: ruim 38.000 euro per hoofd van de bevolking. Er is zelfs, na Griekenland, geen ander land binnen de EU waar de staatsschuld zo hoog ligt:131,8 procent van het BBP. De Italiaanse overheid heeft dus heel veel meer schuld dan er jaarlijks in het land verdiend wordt.


Dat is echter nog geen reden ons rijker te rekenen dan de Italianen. Zij mogen dan een veel hogere staatsschuld hebben. Daar staat tegenover dat wij veel hogere private schulden hebben. Nederlandse huishoudens stonden in juni 2017 voor 765 miljard euro in het krijt bij de banken; onze bedrijven (de financiële sector niet meegerekend) voor 808 miljard. Onze private schulden kwamen daarmee uit op 218 procent van het BBP, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Volgens Eurostat, het EU-bureau voor de statistiek, ligt dit percentage zelfs nog hoger: 252 procent. Onze private schulden overtreffen dus ruim twee tot tweeënhalf keer het bedrag dat we jaarlijks met z'n allen verdienen. We doen het wat dat betreft een stuk slechter dan de Italianen. De huishoudens en niet-financiële bedrijven in Italië hadden in 2016 een schuld van 113 procent van het BBP.

Zoals gezegd bestaat er een Europese norm van 60 procent voor staatsschulden. Minder bekend is dat er ook een Europese norm bestaat voor private schulden. Die mogen van de Europese Commissie niet hoger zijn dan 133 procent van het BBP. Daar zit Nederland met 252 procent dus ruim boven.


Hoe komt het dat we privé zo enorm in de schulden zitten? Het probleem ligt vooral bij de huishoudens. Hun gezamenlijke schuld bedroeg vorig jaar 277 procent van het BBP, zo berekende de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Op Denemarken na is er geen andere lidstaat van de 36 rijke OESO-landen waar huishoudens zo zwaar met schuld belast zijn. In de jaren daarvoor stonden we er ook al niet goed voor, maar in 1995 bedroeg de schuld van de huishoudens nog 148 procent van het BBP.

Boosdoener zijn de eigenwoninghypotheken. De overheid heeft vanaf de jaren negentig gezorgd voor een run op koopwoningen. Dit door een royale hypotheekrenteaftrek te bieden. Inmiddels heeft Den Haag de aftrek versoberd, maar de lage hypotheekrente van de afgelopen jaren heeft gezorgd voor een nieuwe golf van woningaankopen en afsluitingen van hypotheken. De totale Nederlandse hypotheekschuld groeide van 176 miljard euro in 1995 naar 672 miljard euro in 2017. Dat is dus bijna een verviervoudiging in 22 jaar tijd. Nederlanders die in het derde kwartaal van 2017 een huis kochten, sloten daar een hypotheek voor af van gemiddeld 287.000 euro, blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau IG&H Consulting & Interim. De gemiddelde hypotheeksom was nooit eerder zo groot.

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) waarschuwt al jaren voor de hoge Nederlandse hypotheken. In tijden van economische neergang kunnen eigenwoningbezitters in de problemen komen omdat ze de hypotheekrente niet meer kunnen betalen of gedwongen worden te bezuinigen op hun consumptieve bestedingen, met het gevolg dat de economie nog verder in het slop raakt. DNB-president Knot waarschuwt met name voor mensen met aflossingsvrije hypotheken die de komende decennia aflopen, waarbij de opbrengst uit beleggingen onvoldoende is om de hypotheekschuld aan het eind van de rit af te lossen. Dit geldt voornamelijk voor veertigers en vijftigers die zo'n hypotheek hebben afgesloten toen dat nog mogelijk was.

Dit artikel verscheen in september 2018 in De Andere Krant