Pers aan leiband Rutte

 

Overheid, wetenschap en journalistiek moeten “met één mond praten” over corona, verklaarde hoofdredacteur van de Volkskrant Pieter Klok. Dat lukt kennelijk goed. Premier Rutte prees de media met de manier waarop ze verslag doen van de coronacrisis.


Hij zei het echt. Premier Mark Rutte. Op 18 maart in de Tweede Kamer. Hij prees de media voor hun “objectieve weergave” van de corona-aanpak van zijn kabinet en zei dat “alle nieuwsstations, kranten en weekbladen hun rol pakken.” Rutte leek zich welbewust van de betekenis van zijn uitspraak, want hij voegde er aan toe: “Het is een gevaarlijke opmerking, want een journalist wil niet geprezen worden door een politicus.”


Nu geldt dit inderdaad voor journalisten die werkelijk journalist zijn. Die zijn er niet op uit om pluimen te krijgen van politici. Maar hoeveel van dat soort journalisten zijn er? De gevierde journalist Max van Weezel, bekende in een interview met de Volkskrant: “Het geeft toch een kick als Mark Rutte je op de schouders slaat en zegt dat hij je artikel heeft gelezen. Dat werkt verslavend.”


Hoe hebben journalisten de coronacrisis belicht? Volgzaam, zoals Rutte suggereerde, en zoals wijlen Van Weezel waarschijnlijk zou hebben gedaan. Of gedroeg de pers zich hier en daar toch nog als een waakhond?


Eerste coronageval


In het laatste nummer van het vakblad voor journalisten, Villa Media, staat een onthullend interview met Renzo Veenstra, hoofdredacteur van Omroep Brabant. Hij vertelt hoe zijn omroep op 27 februari de eerste coronapatiënt in Nederland op het spoor kwam. Toch verzuimde de redactie te melden dat dit foute boel was. Waarom? Omdat het RIVM ze had wijsgemaakt dat er “niks aan de hand” was. De coronapatiënt had weliswaar staan hoesten in een café tijdens carnaval, maar zou op dat moment nog niet besmettelijk zijn geweest. “Dat hebben we toen netjes gemeld,” zegt Veenstra nu. “Want we konden ons vermoeden niet staven en wilden geen paniek zaaien. Daar ben ik nog steeds gefrustreerd over. We wilden wel kritisch zijn, maar konden het toen niet.”


Ter rechtvaardiging van Veenstra’s keuze af te zien van het luiden van de alarmbel kan worden aangevoerd dat het RIVM toen nog niet de dubieuze reputatie had die het inmiddels heeft. Veenstra vertrouwde toen nog op de autoriteit van het RIVM - en ziet nu in dat hij daar verkeerd aan heeft gedaan.


Groepsimmuniteit


Maar liefst zeven miljoen mensen zagen op 16 maart de toespraak van Rutte, waarin hij zei dat het coronavirus onder ons is en voorlopig onder ons zou blijven. Lyrisch waren de tafelgasten van Matthijs van Nieuwkerk daarover in het programma DWDD. De superlatieven rolden over tafel. “Een echte staatsman,” aldus Felix Rottenberg. “Ontroerend, boven de partijen, heel realistisch. Doordat je vertrouwen hebt in Rutte, heb je vertrouwen in alle experts die hij noemt.” Rutger Bregman: “Echt indrukwekkend. Ik heb het gevoel dat we als volwassenen worden toegesproken.” Barbara Baarsma: “Hier spreekt iemand uit het hart die zijn luisteraars serieus neemt. Waarachtig. Doordrenkt van feiten.”


Geen woord van kritiek. Geen enkele vraag die werd opgeworpen, zoals waarom het kabinet zich zo had laten overvallen door het coronavirus en niet eerder maatregelen had getroffen. Of wat de betekenis was van Rutte’s opmerking dat 50 tot 60 procent van de bevolking besmet zou raken, en dat dat helemaal niet erg was omdat we zo ‘groepsimmuniteit’

zouden opbouwen en een beschermende muur creëren rond de ouderen en zwakkeren. Het enige wat de tafelgasten van Van Nieuwkerk over dat laatste te melden hadden, was dat het concept van groepsimmuniteit “goed in elkaar” zat en dat “de experts het goed aan Rutte hadden uitgelegd.”


Zoals we inmiddels weten: Niks is minder waar. Het idee van groepsimmuniteit was Rutte ingefluisterd door Jaap van Dissel van het RIVM. En het moet gezegd, het was dankzij een kritische uitzending van het NOS-programma Nieuwsuur, dat iedereen er al snel van overtuigd was dat Van Dissel en Rutte hadden zitten klunzen. Als miljoenen Nederlanders besmet moesten raken om corona te verslaan, tot hoeveel doden zou dat wel niet leiden? Nieuwsuur rekende het uit: tussen de 40 en de 80 duizend. De Tweede Kamer schrok daarvan, en legde het de dag na de uitzending voor aan Van Dissel. Die haastte zich te zeggen dat het niet de bedoeling was dat we met z’n allen besmet moesten raken. Wat hij dan wel bedoeld had? Dat werd niet echt duidelijk, en het had er alle schijn van dat hij het zelf ook niet wist. In elk geval maakte het kabinet geen haast met het afschermen van de ouderen. Die stierven bij bosjes doordat het personeel van verzorgingshuizen, huisartsen en thuiszorgmedewerkers lange tijd verstookt bleven van mondmaskers

en andere beschermende middelen.


Afwijkende geluiden


Ook in Nieuwsuur, op 2 april: de arts en voormalig Denker des Vaderlands Marli Huijer, die opmerkte dat in Nederland elke kritiek ontbrak op de lijn die het kabinet had uitgezet, en dat dit leek voort te komen uit angst. “Veel maatregelen lijken voort te komen uit de gedachte: Het zekere voor het onzekere nemen,” zo zei ze. “De ruimte voor een afwijkend geluid wordt daardoor kleiner.” Huijer plaatste verder een groot vraagteken bij de kosten die de coronamaatregelen met zich meebrachten voor de maatschappij. Woog het in leven houden van mensen in hun laatste levensfase wel op tegen de nadelen die de jongere generaties hiervan ondervonden? En ook gaf ze aan niet te snappen waarom het NOS Acht Uur Journaal elke avond de sterftecijfers zo expliciet meldde. Want: “Stel je voor dat we elke dag te horen zouden krijgen hoeveel mensen die dag in het verkeer zijn doodgereden of ernstig gewond geraakt, dan zouden de meeste mensen waarschijnlijk niet meer in een auto durven te stappen. Dat doen we niet omdat we er een belang bij hebben dat we ons kunnen vervoeren. Deze cijfers zorgen voor grote druk op de politiek en op het RIVM.”


Hydroxychloroquine


Een ander afwijkend, kritisch geluid in de mainstream media kwam van de huisarts Rob Elens, die beweerde tien coronapatiënten te hebben genezen met een cocktail van hydroxychloroquine, zink en azitromycine. En ook kwam opiniepeiler Maurice de Hond, die zich verzet tegen de anderhalve meter regel, een paar keer voorbijschuiven.


Deze kritische geluiden waren echter toch vooral de uitzonderingen die de regel bevestigden. Als er al andersdenkenden ter sprake kwamen, dan was het vooral in negatieve zin. Zo bracht het programma Op1 viroloog Ab Osterhaus in stelling tegen huisarts Elens. Die laatste werd voortdurend in de rede gevallen door Osterhaus, zonder dat gespreksleiders Jeroen Pauw en Fidan Ekiz ingrepen. En zoals inmiddels voor iedereen duidelijk is, zat Osterhaus hier weer eens uit zijn nek te kletsen. Alle bezwaren die Osterhaus aanvoerde tegen het gebruik van hydroxychloroquine waren gebaseerd op een onderzoek, gepubliceerd in medisch vaktijdschrift The Lancet, dat frauduleus bleek en dat daarom, een paar weken na de uitzending, door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) naar de papierversnipperaar werd verwezen.

Evengoed mocht Elens nog blij zijn dat hij bij Op1 zijn verhaal mocht vertellen, want sommige journalisten hadden liever gezien dat er een cordon sanitaire om hem heen was gelegd. Zo tweette de voor De Groene en VN schrijvende Kim van Keken het “bizar” te vinden dat Elens “zoveel ruimte krijgt”.


“Complotdenker”


Een harde aanval werd uitgevoerd op longarts David Prins. Die publiceerde op 9 mei op zijn Instagram-account een video waarin hij zijn zorgen uitsprak over de censuur van kritische geluiden en over de enorme invloed van Bill Gates, de farmaceutische industrie en de WHO op het coronadebat. Ook vroeg hij zich af waarom de overheid niet inzet op leefstijlcampagnes om het afweersysteem te verbeteren en obesitas tegen te gaan. Het was een afgewogen verhaal, waarin hij vooral vragen opwierp en geen beschuldigingen uitte. EditieNL van RTL Nieuws framede hem niettemin als complotdenker, en liet ter ondersteuning van dat frame de voorzitter van de Vereniging tegen Kwakzalverij inhakken op Prins. “Iedereen mag een eigen mening hebben,” tekende EditieNL op uit diens mond. “Maar het is belangrijk dat mensen meer vertrouwen hebben in het Outbreak Management Team dan in iemand die vanuit de losse pols wat twijfels zaait.”


Vanwaar toch dit schrijnende gebrek aan kritiek en de harde aanvallen op andersdenkenden? Hoofdredacteur Pieter Klok van de Volkskrant lichtte op 19 maart een tipje van de sluier op in het radioprogramma Spraakmakers. Overheid, wetenschap en journalistiek moeten “met één mond praten” over corona, verklaarde hij. Normaalgesproken niet, maar in het geval van corona wel, vanwege de “grote angst in de samenleving”. Volgens Klok kun je van de mensen niet verwachten dat ze zelf een oordeel vormen over het kabinetsbeleid aan de hand van deskundigen die het onderling oneens zijn. “Laten we onze energie steken in het elkaar helpen hier doorheen te komen,” stelde Klok voor. “En niet

in de vraag wat de goede aanpak is. Dat kan het RIVM zelf heel goed bepalen.



Dit artikel verscheen eerder in juli 2020  in de corona-editie van De Andere Krant